7.4.3.1 Opstelling
“Een deel van een voet van iedere achterspeler moet zich verder van de middenlijn
bevinden dan, of gelijk staan met, de voorste voet van de met hem corresponderende
voorspeler.”

7.4.3.2 Opstelling
“Een deel van een voet van iedere rechter (linker) speler moet zich dichter bij de rechter
(linker) zijlijn bevinden dan, of gelijk staan met, de voeten van de andere spelers in de
eigen lijn.”

Opstellings fouten:
Voorspelers van het serverende team kunnen onderling geen opstellingsfout meer maken. Hetzelfde geldt voor de achterspelers van het team dat aan service is.

Geen technische fout:
De tweede bal in de rally wordt, als deze met de vingers bovenhands gespeeld wordt én aan de eigen kant van het net blijft, soepel  beoordeeld.

Spelerwisselingen:
De ‘oude’ spelregel m.b.t. de spelerwissel wordt weer van kracht. Dit betekent dat in een set een basisspeler gewisseld mag worden door een wisselspeler.
Daarna mag die basisspeler in die set alleen nog maar terug gewisseld worden met de wisselspeler die hem vervangen heeft.
Als dat eenmaal is gebeurd, mogen deze twee spelers gedurende de rest van de set niet meer worden gewisseld.
Voorbeeld:
Speler #4 staat in de eerste set opgesteld als basisspeler.
Hij wordt gewisseld voor speler #6, die als wisselspeler op de bank zit.
Speler #4 mag hierna in die set alleen nog maar terug gewisseld worden door speler #6.
Na die terugwissel mogen deze twee spelers in de eerste set niet meer gewisseld worden  .